Op deze kleine boerderijen die gemengde landbouw bedrijven, andere gewassen, in de vorm van groentetuinen of kleine percelen, produceerden maïs, aardappelen, peulvruchten, kool, hennep of vlas. Voor deze specifieke werkzaamheden was speciaal materieel nodig voor het graven, wieden, planten, mulchen, oogsten, schillen of onderhouden van hagen en sloten. Met uitzondering van het wieden met de paardenschoffel, werden deze landbouwpraktijken gemechaniseerd, voor degenen die het overleefden, pas heel laat in de jaren zestig van de vorige eeuw.
Illustraties:
– Ansichtkaart van de stad Douzillac, geïnstalleerd op de heuvel, met op de voorgrond een perceel maïs en een ander perceel aardappel in de jaren 1910. (Collectie Henri Brives)
– Foto van de familie Faure in de Grande Vacherie in Saint Étienne de Puycorbier in de Double, werkend met de ploeg getrokken door een ossenpaar en het wieden van een perceel aardappelen in 1938. (Collectie Faure)
– Maïssteel, maïskolven en maïspelletje (Foto Pierre Broussouloux ©Musée André Voulgre)
– Paardenschoffel ter illustratie in de vorm van een schets