De timmerman

De term timmerman, degene die kleine stukjes hout in elkaar zet, heeft in de loop der tijd verschillende specialiteiten omvat: de huchier-menuisier dan meubelmaker dan meubelmaker te onderscheiden van de timmerman in de bouw die kozijnen, parketvloeren en trappen maakt.

De overvloed aan gereedschap van deze houtbewerkers wordt gebruikt om te meten en te traceren, om te snijden, op te ruwen, af te vlakken of glad te maken, om de planken en poten van meubels in elkaar te zetten en te graveren of vorm te geven.

Aan het einde van de 19e eeuw specialiseerden sommige timmermanswerkplaatsen of zaagmolens zich in een bepaalde productie. Dit is het geval met de houtgroothandel en de houten kistenfabrikant Gerbeaud in Mussidan of de Montpon ambachtsman Francis Grégoire in 1907 die in de jaren zestig de Grégoire-schrijnwerkerij in Saint Martial d’Artenset werd.

Illustraties:

– Briefhoofd van het algemene timmerbedrijf Jean Gras, in de jaren 1910. (Escarment collectie)

– Reclame van het algemene timmerbedrijf F. Froidefond de Périgueux in 1920. (©Musée André Voulgre)

– Ansichtkaart van de Gerbeaud-vestigingen in Mussidan in de jaren dertig van de vorige eeuw. (©Musée André Voulgre)

– Henri Gerbeaud’s briefpapier, Bois business in de jaren twintig. (Escarment collectie)