Zonder een land van intensieve fokkerij te zijn, verwelkomde het platteland van de Périgord in de 19e eeuw veel boerderijdieren, vaak in het kader van een polycultuur die voldoende was voor de behoeften van de boerderij en het gezin. Runderen, varkens, pluimvee of konijnen werden traditioneel op alle boerderijen gehouden.
Verschillende paardenboerderijen in de Double en stoeterijen in Mussidan en Ribérac zorgden in 1853 voor paarden als transportmiddel voor de notabelen. Ezels en muilezels, meer rustiek, werden ook in mindere mate gebruikt voor het tuigage.
De talrijke plaatselijke schapen en geiten die vrij in de kuddes in de heidevelden en kreupelhout van de vallei graasden, waren lange tijd een gevaar voor het bos.
Illustraties:
– Foto van een stier uit de fokkerij van het kasteel van Fournils in Saint-Laurent-des-Hommes, 1926. (©Musée André Voulgre)
– litho van een schaap, Annales de la société d’agriculture de la Dordogne, 1829 (©Musée André Voulgre)
– Foto van een herderin en haar schapen in de Isle vallei in de jaren ’80. (foto Broussouloux (©Musée André Voulgre) 2014.8.40