IJzerverwerking

Het siderolithische ijzererts dat aan het oppervlak in overvloed aanwezig is, wordt sinds de oudheid in de Périgord en in het bijzonder in de dalen van Crempse en Caudau geëxploiteerd.

Verzameld in de vorm van nieren of platen werd het ijzererts gebroken, geroosterd en verbrijzeld alvorens te worden gereduceerd in een lage oven waaruit een gietijzeren brander kwam. Dit moest verder verfijnd worden door het hameren tot staal of zacht ijzer in de vorm van smeedbare staven. Met behulp van hoogovens werd gietijzer verkregen door smelten en kon zo direct worden gesmolten tot zandvormen.

Smeden, smeden en ijzerwerkers verhitten de staven of staven zodat ze kunnen worden bewerkt voor de productie van spijkers, dierenijzers, gereedschap en ijzerwerk.

IJzeren rariteiten?

– Stuitligging en eerste versteviging van het vat van de 16e eeuwse gietijzeren valk die André Voulgre als kind uit het kasteel van Longua (Saint Médard de Mussidan) heeft gehaald (© Musée André Voulgre).

– Gietijzeren suikerrietketel uit 1810, geproduceerd in de Crempsevallei voor West-Indië of het eiland Réunion (© Musée André Voulgre).

– Nagelmakerij liniaal, 19e eeuws om het kaliber van gesmede nagels te meten (© Musée André Voulgre)