Van smederijen tot de metaalindustrie

Aan het einde van de 18e eeuw maakten de 8 smederijen die in het Crempse- en Caudau-dal in bedrijf waren, ijzeren staven, slotenmakers, keukengerei, vuurwerk, ketels voor rietsuiker, kanonnen voor de Koninklijke Marine. De veroudering van de technieken die in de 19e eeuw nog steeds in deze smederijen werden gebruikt en het Frans-Britse vrijhandelsverdrag van 1860 leidden tot de sluiting van de laatste bossmederijen.

Tegelijkertijd werden de eerste metallurgische industrieën zo dicht mogelijk bij l’Isle en vervolgens bij de spoorlijn opgericht. De smederij van de Koly in Le Pizou, de grootste in het dal in de jaren 1850, bleef in bedrijf tot 1955. In Périgueux, in Toulon, werden daar in 1865 de bouw- en reparatiewerkplaatsen voor het spoorwegmaterieel van Paris-Orléans opgericht en werden daar al snel de grootste werkgever van het departement met 2000 werknemers. In Mussidan ontwikkelden zich twee concurrerende metaalconstructiewerkplaatsen, die van Duperrier en Seillan, die vanaf 1900 ontstonden.

Illustraties:

– Foto van de smederij van Lavaure in Bourgnac. (©Musée André Voulgre)

– Ansichtkaarten van de Duperrier-metaalfabrieken van Mussidan in 1909 (©Musée André Voulgre).

– Rolgordijnplaat van een winkel van de Duperrier de Mussidan-fabrieken. (©Musée André Voulgre)

– Briefhoofd van de Duperrier-metallurgische installaties (Escarment Collection)

– Ansichtkaart van de SATM-fabriek, ex Seillan, door Mussidan in de jaren zestig (Escarment Collection)

– Reclame voor de SATM-fabriek, voorheen Seillan, in Mussidan in 1969, nu ATEMCO.

– Reclame voor de SATM-fabriek, ex Seillan, de Mussidan in 1935, vandaag ATEMCO.

– Briefhoofd van de SATM, ex Seillan, in 1952 (Collectie Escarment).

– Ansichtkaart van de arbeiders die de werkplaatsen van de Compagnie du Paris Orléans in Périgueux rond 1900 verlaten (Archives Départementales de la Dordogne, 2 Fi 1784).

– Ansichtkaart van de Kolensmeedkunst in Le Pizou aan het einde van de 19e eeuw. (Archief Départementales de la Dordogne, 2 Fi 2322).