Vee

In de Dordogne waren landbouwhuisdieren van oudsher het paar ossen of koeien dat steviger was dan paarden.

Runderen en kalveren voor de voeding werden opgefokt op de grote landerijen in het dal met een intensievere mesterij en goede weidegang. Dieren van de Limousin of lokale bastaardrassen werden toen voornamelijk naar Bordeaux getransporteerd. Voor Mardi Gras of Jeudi Gras zouden de slagers door de steden paraderen met het glanzende vetgemeste rundvlees, bedekt met slingers en kokosnoten, voorafgegaan door een muzikant vlak voor de vastenonthoudingsperiode.

Vanaf 1860, met de installatie van trappistenmonniken in Échourgnac, ontwikkelde zich de veehouderij en een kleine zuivelindustrie voor de productie van kaas. Deze productie is gebaseerd op Bretonse en Nederlandse runderrassen zoals in het modeldomein van Fournils in Saint Laurent des Hommes.

Illustraties:

– Ansichtkaart met een jonge herderin en haar twee koeien in Vanxains (Dordogne) (Archives départementales de la Dordogne 2 Fi 2159)

– Foto van een ossenpaar van de familie Couderc in Fonvaleix in Saint Astier in 1923 (Privécollectie, Hervé Mercier, Saint Astier, 1900-1950, La vie astérienne, Tome 2, Imprimerie IOTA, Saint Astier, 2015)

– Ansichtkaart van vetgemeste ossen uit de slagerij Faure in Mussidan in de jaren twintig van de vorige eeuw. (Particuliere collectie)

– Reclame voor voedingssupplementen voor de rundveehouderij, 1898 en 1924. (©Musée André Voulgre)

– Lithografie van de melkkoe en de cremières, Annales de la société d’agriculture de la Dordogne, 1829. (©Musée André Voulgre)

– Foto van een Mussidaanse boer in 1900 met zijn plaatselijke koe. (Foto Sarah Vergnas. Collectie Chasseigne)

– Fotokaarten van vetgemeste ossen uit de slagerij Faure in Mussidan in de jaren dertig van de vorige eeuw. (©Collection Escarment)